Zakboekje Pierre Jonas, 1859

In de Maastrichtse industrie was het tot diep in de 19de eeuw gebruik dat elke arbeider over een zakboekje of livret beschikte.In het livret stonden vermeld naam, geboorteplaats, leeftijd, signalement en beroep van de arbeider. Wanneer hij ergens ging werken, was hij verplicht zijn zakboekje aan de nieuwe werkgever of patroon te overhandigen. Deze hield het boekje bij zich zolang de arbeider bij hem werkte. Wanneer de arbeider van baan wilde veranderen of als hij werd ontslagen, kreeg hij het zakboekje van zijn baas terug. Deze had daarin de duur van het dienstverband vermeld en aangetekend dat de arbeider kon vertrekken ‘vrij van verbintenis’. Die laatste woorden gaven aan dat de patroon niets meer had te vorderen op de arbeider. De arbeider kon pas ergens worden aangenomen wanneer hij het livret, voorzien van de ontslagvergunning, aan de nieuwe werkgever kon overhandigen.De zakboekjes gaven de werkgevers de mogelijkheid te dreigen met ongunstige aantekeningen omtrent gedrag en bekwaamheid, waardoor het voor de arbeider moeilijker zou worden een andere baan te bemachtigen. Het spreekt vanzelf dat het livret om die reden bij arbeiders impopulair was.Pierre Jonas (1842-1902), de bezitter van het boekje, is een van de vele duizenden arbeiders die in de negentiende eeuw in de Maastrichtse aardewerkindustrie werk vonden. Als bijna veertienjarige trad hij in 1856 als leerling-fayencier (aardewerker) in dienst bij de aardewerkfabriek van Petrus Regout. Pierre werkte vervolgens voor verschillende aardewerkbedrijven in de stad en bracht het uiteindelijk tot mouleur, vormenmaker bij Regout. In 1876 vertrok hij bij de fabriek van Petrus Regout.

Objectgegevens

  • Deelcollectie: Maastrichts keramiek
  • Objectnummer: 056309
  • Objectnaam: werkboekje,
  • Vervaardiger: Koymans, A.J.
  • Datering van: 1856
  • Datering tot: 1859
  • Materiaal: papier
  • Afmetingen: lengte 16 cm, breedte 10 cm, hoogte 0.5 cm,
  • Duurzame link