Stoommachine, Machinefabriek Gebroeders Stork & Co., Hengelo, 1941

De stoommachine geldt als het symbool van de eerste industriële revolutie en als een essentiële schakel die de hedendaagse industriële samenleving mogelijk heeft gemaakt. De machine diende om installaties in fabrieken aan te drijven en als motor voor locomotieven en schepen. In de stoommachine wordt een zuiger, die zich in een cilinder bevindt, heen en weer bewogen door beurtelings vóór en achter de zuiger stoom in te blazen. De heen-en-weergaande beweging van de zuiger wordt via een drijfstang en een krukas omgezet in een draaiende beweging van het vliegwiel. De stoommachine is niet van de ene op de andere dag uitgevonden. Omstreeks 1700 werden al stoommachines gebruikt voor het wegpompen van grondwater uit de Engelse kolenmijnen. Tussen 1765 en 1785 bracht de Schotse instrumentmaker James Watt (1736-1819) in de bestaande machines belangrijke verbeteringen aan, die de stoommachine als krachtbron voor vele doeleinden bruikbaar maakten. Stoommachines werden steeds veiliger en efficiënter en werden ook in de 20ste eeuw nog gebouwd, zoals bij Stork in Hengelo. De stoommachine van Stork uit de collectie van Discovery Museum heeft een vermogen van 70 à 80 pk.