Mensen zoeken steeds naar nieuwe innovaties en technologieën om problemen op te lossen, hun leven te verbeteren, en voorop te blijven in de concurrentie. Ook willen mensen hun nieuwsgierigheid bevredigen en efficiënter werken.
Nieuwe technologie kan soms ook zorgen of angst oproepen. Als iets onbekend is, letten we vaak meer op de risico’s en vertrouwen we het minder. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe technologieën zoals chatbots die doktersadvies geven, drones die pakketjes bezorgen en robots die ouderen helpen. Deze dingen zijn handig, maar kunnen ook angst oproepen. Soms zijn de zorgen reëel, zoals „Raak ik straks mijn baan kwijt?“, en soms zijn ze meer extreem, zoals „Gaan robots de wereld overnemen?“
Bij eerdere uitvindingen, zoals de stoommachine, de trein, elektriciteit, computers, internet en mobiele telefoons, waren mensen ook eerst bang. Deze angst voor het nieuwe en onbekende noemen we technofobie. Hoe groter de beloften van een nieuwe uitvinding, hoe groter de angst voor slechte gevolgen. Deze angst is van alle tijden, en meestal verdwijnt de angst als mensen gewend zijn geraakt aan de nieuwe technologie. Technofobie is dus niet nieuw, maar door sociale media verspreidt deze angst zich nu wel sneller. Het helpt om goed geïnformeerd te zijn over risico‘s en goed na te denken over het gebruik.
In de toekomst zal blijken of de zorgen over nieuwe technologie terecht waren. Het verleden laat in elk geval zien dat de soep vaak niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend.